Roulette Spelregels
Roulette is een kansspel waarbij wiskunde een beduidende rol speelt. Het eerste wat je in gedachten moet houden bij het spelen van roulette is dat de beste roulettespelers diegenen zijn die de beste kennis over waarschijnlijkheid en wiskunde hebben. Het is hoogst aan te raden dat iedereen die de bedoeling heeft om roulette te spelen een gepaste hoeveel tijd spendeert aan het bestuderen van het spel. Dit is de enige manier dat je in staat zult zijn om je vaardigheden van beginner naar rekruut te verleggen.
Over het algemeen omvat roulette een kern van eenvoudige regels die het eenvoudig maken om met spelen te beginnen, maar ingewikkelder worden naarmate men meer bij het spel betrokken raakt. Roulette wordt gespeeld door een metalen ball, die soms een witte kleur heeft, op een rad te laten ronddraaien en waarbij het rad in de speeltafel ingebed ligt. Als het rad en de bal snelheid minderen, valt de bal in één van de vakjes op de basis van het rad en raakt het balletje het metalen kader van het rad. De carousel, of rad, kent 37 vakjes die van 0 tot 36 genummerd zijn. Als de bal uiteindelijk in éénv an de vakjes valt, dan is het getal op het vakje het winnende getal. Je wint als je dit getal gekozen hebt.
Het winnende getal komt voor in verschillende hoedanigheden die invloed kunnen hebben op de inzet van de roulette tafel. Tenzij het getal een nul is, is het ook ofwel hoog of lag, rood of zwart, oneven of even. Het bevindt zich ook in een specifiek dozijn en kolom. De getallen op het rad zijn in deze vaste vorm op de tafel weergegeven en is bijna identiek waar je ook ter wereld bent. Je zal zien dat er op meer dan alleen maar getallen ingezet worden. Deze mogelijkheden zijn:
- Even kansen – rood, zwart, .enz
- Dozijnen – 1 tot 12, 13 tot 24, 25 tot 36
- Kolommen – eerste, tweede, derde
- Getallen – 1,2,3,4 enz
- Vakjes – tussen aangrenzende getallen
- Straten – Rijen van drie getallen
- Hoeken – de hoek van vier getallen
- Zes-lijnen – series van zes getallen